Verzoening: Veel Europese democratieën, met name Groot-Brittannië en Frankrijk, voerden een beleid van verzoening jegens nazi-Duitsland en het fascistische Italië, die de nationalistische factie in Spanje steunden. Ze waren terughoudend in het ondernemen van actie die een breder conflict in Europa zou kunnen uitlokken.
Niet-interventie: In 1936 stemden de grote Europese democratieën in met een beleid van non-interventie in de Spaanse Burgeroorlog. Dit betekende dat ze geen van beide partijen in het conflict militaire hulp zouden bieden. Hoewel sommige landen beperkte hulp boden, zoals de Sovjet-Unie aan de Republikeinen, was de algemene impact van niet-interventie in het voordeel van de nationalisten, die meer steun kregen van Duitsland en Italië.
Gebrek aan eenheid: De Europese democratieën waren verdeeld in hun opvattingen over de Spaanse Burgeroorlog. Sommigen, zoals Groot-Brittannië en Frankrijk, stonden sympathiek tegenover de Republikeinse zaak, terwijl anderen, zoals Italië en Duitsland, openlijk de nationalisten steunden. Dit gebrek aan eenheid maakte het voor de democratieën moeilijk om gezamenlijke actie te ondernemen om Spanje te helpen.
Interne uitdagingen: Veel Europese democratieën werden in de jaren dertig geconfronteerd met hun eigen interne uitdagingen, waaronder economische depressie en de opkomst van het fascisme. Dit maakte hen minder bereid om middelen vrij te maken om Spanje te helpen.
Angst voor het communisme: Sommige Europese democratieën waren bezorgd dat een Republikeinse overwinning in Spanje zou leiden tot de verspreiding van het communisme in Europa. Deze angst was bijzonder sterk in de nasleep van de Russische Revolutie en de opkomst van de Sovjet-Unie.
Als gevolg van deze factoren slaagden de Europese democratieën er niet in om Spanje tijdens de burgeroorlog aanzienlijke hulp te bieden. Hierdoor konden de nationalisten, met de steun van Duitsland en Italië, de oorlog winnen en een dictatuur onder Francisco Franco vestigen.
* Vruchtbaar land: Het Middellandse Zeegebied heeft een mild klimaat en vruchtbare grond, waardoor het ideaal is voor landbouw. Hierdoor konden mensen gewassen verbouwen en dieren grootbrengen, wat hen van voedsel en andere hulpbronnen voorzag. * Handel: De Middellandse Zee was een belangrijke hand
1. Culinair gebruik: Spannen waren zeer gewaardeerd voor hun vermogen om de smaak van voedsel te verbeteren. Veel gerechten die destijds gebruikelijk waren in Europa, misten variatie en waren nogal flauw. Spannen voegden diepte en complexiteit toe, waardoor maaltijden aangenamer en bevredigender wer
Italië is ongeveer 1200 kilometer lang, van het noordelijkste punt van de Alpen tot het zuidelijkste punt van het eiland Sicilië.