Hoe reageerde China op het opendeurbeleid?
China verzette zich aanvankelijk tegen de westerse handel en invloed tijdens de Qing-dynastie (1644–1911). In de 19e eeuw begonnen westerse machten, met name Groot-Brittannië en Frankrijk, echter steeds meer druk op China uit te oefenen om zijn markten open te stellen voor buitenlandse handel. Als reactie op deze druk voerde China halverwege de 19e eeuw een reeks zelfversterkende hervormingen door, gericht op de modernisering van zijn leger en economie. Deze hervormingen omvatten de oprichting van de eerste fabrieken en arsenalen in westerse stijl en het sturen van studenten naar het buitenland om in Europa en de Verenigde Staten te studeren. Ondanks deze inspanningen werd China verslagen in een reeks oorlogen met westerse machten, waaronder de Opiumoorlogen (1839–1842 en 1856–1860) en de Chinees-Franse oorlog (1884–1885). Deze nederlagen leidden tot de ondertekening van een reeks ongelijke verdragen die de westerse machten extraterritoriale rechten en controle over belangrijke delen van de Chinese economie verleenden. Aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw beleefde China een periode van politieke instabiliteit en sociale onrust, waaronder de Bokseropstand (1899-1901) en de omverwerping van de Qing-dynastie in 1911. De oprichting van de Republiek China in 1912 was niet het geval. onmiddellijk tot grotere politieke stabiliteit of economische ontwikkeling leiden. Het land bleef verdeeld door krijgsheren en werd verder verzwakt door de Japanse agressie in de jaren dertig en veertig. De overwinning van de Chinese Communistische Partij (CCP) in de Chinese Burgeroorlog (1946-1949) leidde in 1949 tot de oprichting van de Volksrepubliek China (VRC). De VRC voerde een beleid van economisch isolement en zelfredzaamheid. als het ‘gesloten deur’-beleid. Dit beleid was bedoeld om China te beschermen tegen buitenlandse invloeden en zijn eigen economische ontwikkeling te bevorderen. Eind jaren zeventig begon China zijn economie open te stellen voor buitenlandse handel en investeringen. Dit beleid, bekend als het ‘open deur’-beleid, werd van 1978 tot 1989 uitgevoerd door Deng Xiaoping, de belangrijkste leider van China. Het opendeurbeleid leidde tot snelle economische groei in China, maar bracht ook een aantal uitdagingen met zich mee, waaronder toenemende inkomensongelijkheid, corruptie en aantasting van het milieu. Ondanks deze uitdagingen is China het opendeurbeleid blijven voeren en is het nu de op een na grootste economie ter wereld.