1. Landbouw:
- De koloniën van Delaware hadden een sterke landbouweconomie en landbouw was voor veel inwoners een primaire dagelijkse bezigheid.
- Ze verbouwden gewassen zoals maïs, tarwe, gerst, haver en groenten.
- Er werd ook vee gehouden zoals varkens, koeien en kippen.
- Gezinnen hadden vaak kleine tuinen in de buurt van hun huis om fruit, kruiden en groenten voor persoonlijk gebruik te verbouwen.
2. Vissen en jagen:
- Visserij en jacht waren essentiële voedselbronnen voor de kolonisten.
- De overvloedige rivieren, beken en bossen in Delaware boden volop mogelijkheden voor visserij en jacht.
- Mannen gingen op vis- en jachtexpedities om vis te vangen (bijvoorbeeld elft, haring, forel) en op herten, konijnen, kalkoenen en ander wild te jagen.
- Visserij en jacht waren ook belangrijk voor de handel en commercie.
3. Houthakkers:
- De uitgestrekte bossen van Delaware leverden waardevolle houtbronnen op.
- Houtzagerij en houtzagerij waren belangrijke economische activiteiten.
- Mannen hakten bomen om, zaagden ze in planken en balken en transporteerden ze naar scheepswerven of markten voor bouw of export.
4. Scheepsbouw:
- Scheepsbouw was een cruciale industrie in de koloniën van Delaware.
- De beschikbaarheid van hout, bekwame vakmensen en toegang tot waterwegen maakten Delaware tot een ideale locatie voor het bouwen van schepen.
- Scheepswerven bouwden verschillende soorten schepen, waaronder koopvaardijschepen, vissersboten en marineschepen.
5. Handel en commercie:
- Handel was van vitaal belang voor de koloniën van Delaware.
- De koloniën exporteerden landbouwproducten, hout en schepen, en importeerden goederen zoals fabrieksproducten, specerijen en luxeartikelen uit Europa en andere koloniën.
- Er werden handelsroutes aangelegd langs rivieren en kustwateren.
- Er werden regelmatig markten en handelscentra gehouden, waar kolonisten goederen en diensten konden uitwisselen.
6. Huishoudelijke en huishoudelijke activiteiten:
- Vrouwen speelden een centrale rol bij het beheer van het huishouden en bij huishoudelijke taken.
- Ze kookten, maakten schoon, verzorgden vee en tuinen, conserveerden voedsel, maakten kleding en zorgden voor kinderen.
- Het huishouden en huishoudelijke vaardigheden werden zeer gewaardeerd en essentieel voor het welzijn van koloniale gezinnen.
7. Opleiding:
- Onderwijs werd gewaardeerd in de koloniën van Delaware, hoewel formeel onderwijs vaak beperkt bleef tot rijkere gezinnen.
- Particuliere scholen en docenten boden onderwijs aan kinderen, waarbij de nadruk lag op lezen, schrijven, rekenen en religieus onderwijs.
- Leerplaatsen waren gebruikelijk, waarbij jongeren een vak of ambacht leerden door te werken onder begeleiding van een bekwame handwerksman of ambachtsman.
8. Religieuze naleving:
- Religieuze praktijken waren een integraal onderdeel van het dagelijks leven in de koloniën van Delaware.
- De meerderheid van de kolonisten was protestants, met verschillende denominaties zoals Quakers, Anglicanen en Presbyterianen.
- Kerken speelden een centrale rol in gemeenschappen, door spirituele begeleiding te bieden en sociale verbindingen te bevorderen.
Deze dagelijkse activiteiten weerspiegelen de agrarische, op handel gebaseerde economie en de nauwe banden met natuurlijke hulpbronnen die de koloniën van Delaware kenmerkten.
Kameleons kunnen in verschillende habitats leven, waaronder regenwouden, savannes, woestijnen en struikgewas. Sommige soorten kameleons zijn zeer gespecialiseerd en leven alleen in bepaalde soorten bomen of planten. Sommige kameleons leven bijvoorbeeld alleen in het bladerdak van hoge regenwoudbomen
Natuurhistorische musea: - Smithsonian Nationaal Natuurhistorisch Museum - Nationaal Museum voor Afrikaanse Kunst - Nationaal Museum voor Amerikaanse Geschiedenis - Nationaal Lucht- en Ruimtevaartmuseum - Nationaal Museum voor Afro-Amerikaanse geschiedenis en cultuur Kunstmusea: - Nationale
Voordelen van het laten grazen van huisdieren in nationale parken: * Verlaagd brandrisico: Huisdieren kunnen het risico op bosbranden helpen verminderen door te grazen op grassen en andere vegetatie die anders als brandstof voor branden zouden dienen. * Verbeterde plantendiversiteit: Huisdieren k