1. Zwaartekracht: In bergachtige of hooggelegen gebieden komen rivieren voort uit hoger gelegen gebieden en stromen ze naar beneden. De zwaartekracht oefent op grotere hoogte een sterkere kracht uit op het water, waardoor het versnelt en sneller beweegt.
2. Helling en helling: Hoge gebieden hebben vaak steilere hellingen en hogere hellingen. Hoe steiler de helling, hoe sneller de rivier stroomt. Gradiënt verwijst naar de verandering in hoogte over een specifieke afstand. Rivieren met hogere gradiënten hebben de neiging sneller te stromen naarmate het water sneller naar beneden stroomt.
3. Volume en ontlading: In hoge gebieden hebben rivieren doorgaans een kleiner stroomgebied en ontvangen ze dus minder water uit zijrivieren en afvoer. Hierdoor stroomt er minder water door de rivier. Naarmate het watervolume afneemt, kan de rivier sneller door zijn kanaal stromen zonder over te stromen.
4. Kanaalmorfologie: Ook de vorm en structuur van de riviergeul beïnvloeden het debiet. In hoge gebieden kunnen rivieren smalle kanalen hebben die worden begrensd door steile valleiwanden of rotsachtig terrein. Deze smalle kanalen beperken de verspreiding van water, waardoor het sneller stroomt.
5. Verminderde wrijving: De rivierbedding in hoge gebieden bestaat vaak uit grove sedimenten, zoals rotsblokken, grind en kasseien. Deze grotere bedmaterialen zorgen voor minder wrijving, waardoor het water soepeler en sneller kan stromen.
6. Gebrek aan obstakels: In hoge gebieden zijn er minder door mensen gemaakte constructies, zoals dammen of bruggen, die de stroming van de rivier zouden kunnen belemmeren. Door de afwezigheid van obstakels kan de rivier vrij stromen, wat leidt tot hogere snelheden.
Het is belangrijk op te merken dat hoewel rivieren in hun hoge gebieden over het algemeen sneller stromen, andere factoren, zoals de lokale topografie, geologie en weersomstandigheden, ook de stroomsnelheid en het gedrag van rivieren kunnen beïnvloeden.
Riolwater- en industriële vervuiling: De lozing van onbehandeld of gedeeltelijk behandeld rioolwater en industrieel afvalwater heeft geleid tot verontreiniging van de Ohio-rivier met schadelijke bacteriën, chemicaliën en zware metalen, waardoor de waterkwaliteit verslechtert en gezondheidsrisicos on
De aanwezigheid van inlaat- en uitlaatstromen vernietigt niet noodzakelijkerwijs meren. In feite hebben veel natuurlijke meren zowel inhammen als uitlaten. Deze streams kunnen een aantal belangrijke functies bieden, zoals: - Het voorzien van een waterbron: Inhammen kunnen water in een meer brengen,
Het uitgangspunt van uw vraag is onjuist. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, stroomt de Amazone-rivier niet sneller dan de rivier de Mississippi. In feite stroomt de rivier de Mississippi ongeveer tweemaal zo snel als de Amazone.