Veel klimmers op de Mount Everest gebruiken aanvullende zuurstof boven de 8.000 meter, maar boven ongeveer 8.750 meter (29.030 voet) begint het menselijk lichaam achteruit te gaan, ongeacht hoeveel aanvullende zuurstof er wordt gebruikt, wat resulteert in een zeer hoog risico op overlijden.
De meeste expedities die van plan zijn de top te bereiken, beginnen zuurstofflessen te gebruiken rond de South Col, op 7.950 meter (26.100 voet). Boven 8.230 meter (27.000 voet) is de partiële zuurstofdruk in de lucht zo laag dat zelfs bij het inademen van zuivere zuurstof uit een tank de zuurstofspanning in het arteriële bloed lager is dan normaal op zeeniveau kan worden getolereerd.
Bergbeklimmers die een langere tijd in deze ijle lucht doorbrengen, riskeren hersenoedeem op grote hoogte (HACE), dat de hersenfunctie beïnvloedt en verwarring, verlies van coördinatie en beoordelingsvermogen, hallucinaties en uiteindelijk bewustzijnsverlies veroorzaakt. Bovendien produceert het lichaam meer rode bloedcellen om het zuurstoftransporterende vermogen van het bloed te vergroten. Dit kan leiden tot een gevaarlijk verhoogd risico op mogelijk levensbedreigende bloedstolsels.
Beklimmingen naar deze regio zijn technisch uitdagend en inspannend. De extreme effecten van hoogte omvatten ook een vermindering van de fysieke en mentale prestaties, waaronder vertraagde reactietijden, verwarring en verminderd beoordelingsvermogen. Bovendien kunnen het weer en de stormen zonder waarschuwing komen en kunnen ze gemakkelijk ijs en sneeuw losmaken, wat tot dodelijke lawines kan leiden.
Al deze factoren zorgen er samen voor dat de doodszone het gevaarlijkste deel van elke beklimming van de Mount Everest is.
De meest waarschijnlijke verklaring voor het koude water voor de kust van Frankrijk is de invloed van de Noord-Atlantische Drift, een grote oceaanstroom die koud water van de Noordelijke IJszee naar het zuiden transporteert langs de oostkust van Noord-Amerika en Europa. De Noord-Atlantische Drift,
Mount Fuji ontvangt een gemiddelde jaarlijkse sneeuwval van ongeveer 3 tot 4 meter (10 tot 13 voet) op de top en ongeveer 1 tot 2 meter (3 tot 6 voet) op de lagere hoogten. Sneeuwval varieert van jaar tot jaar en wordt beïnvloed door weersomstandigheden zoals temperatuur, vochtigheid en windrichting
Sinds mei 2022 zijn er 311 sterfgevallen gemeld op de Mount Everest. Van de 311 doden vonden er 223 plaats aan de Nepalese kant van de berg en 88 aan de Tibetaanse kant. De meerderheid van de sterfgevallen (64%) vindt plaats tijdens de beklimming, waarbij het gevaarlijkste gedeelte de doodszone bove